1 juni 2016

De grote steden komen nu met hun cultuurplanadviezen. Vorige week Utrecht, deze week Rotterdam, half juni Amsterdam. Even een korte tussenstand.

Op 19 mei schreef ik al over het advies van de Raad voor Cultuur. De staat van de top van het gesubsidieerde cultuurveld ziet er zorgwekkend uit.  Te weinig aandacht voor diversiteit en governance, financiële situatie zeer matig en de arbeidsmarkt in de kunsten wordt er niet beter op.

Dat beeld wordt bevestigd door Utrecht en Rotterdam.  In beide steden wordt benadrukt dat de diversiteit van de Nederlandse bevolking te weinig terug te zien is in programmering en publieksontwikkeling. De cultuursector loopt behoorlijk achter bij de politie die nu tenminste excuses aanbiedt bij het onterecht aanhouden van een donkere rapper in een grote witte SUV. De Code Culturele Diversiteit toch maar integreren met de Governance Code Cultuur? Die wordt door veel steden en fondsen wel verplicht gesteld.

Pijn lijden

Zorgwekkend is dat zowel Utrecht als Rotterdam geen indexatie van kosten toestaan bij de aanvragen, m.a.w. het prijspijl van 2016 bepaalt voor vier jaar de subsidie. Dat wordt nog meer pijn lijden voor culturele instellingen en kunstenaars. Rotterdam meldt zelfs expliciet dat het compenseren van achtergebleven lonen niet de bedoeling is bij subsidieverlening. Dat los je maar op met (nog) efficiëntere bedrijfsvoering en ondernemerschap, dat staat er echt! Van de grote steden hoeven we dus niets te verwachten voor het verbeteren van de arbeidsmarksituatie van kunstenaars.

Van OCW ook niet. Gisteren verscheen een brief van de minister over de verdeling van de 2 miljoen voor verbetering van de inkomenspositie van kunstenaars. Er komt zes ton voor een experimentele matchingsregeling door het Mondriaanfonds bij tentoonstellingen en voor het opstellen van een richtlijn voor honoraria. Zo hoeven musea nog een aantal jaren niet zelf met een betere beloning te komen voor kunstenaars. Ook nog zes ton voor het Fonds Podiumkunsten voor honorariarichtlijnen bij middelgrote ensembles, twee ton voor betere modelcontracten bij het Filmfonds. En ja, er is ook vier ton voor het uitvoeren van een plan wat Kunsten’92 samen met het veld moet opstellen voor scholing en arbeidsmarktbeleid.  Voor het zover is, zijn we een jaartje verder.

Volgens de net bijgestelde UWV arbeidsmarktprognoses voor 2016 blijft de werkgelegenheid in de cultuursector gewoon doorgaan met dalen, waarbij vaste banen blijven verdwijnen en het aantal zelfstandigen blijft toenemen.  Daar zal dit arbeidsmarktbeleid van OCW dus niets aan veranderen.

Cultureel ondernemerschap?

Nog meer cultureel ondernemerschap dus. In Utrecht zeggen ze nu hardop dat de eis van de gemeente om niet meer dan 15% van de jaarinkomsten als eigen vermogen te hebben, ondernemerschap belemmert. Instellingen hebben dan te weinig vermogen om de risico’s te lopen die horen bij ondernemerschap.

RRKC in Rotterdam legt het probleem bij de instellingen zelf. Als er veel commerciële inkomsten zijn, nemen ook de risico’s toe. Ja, dat is logisch. Maar echt geld verdienen schijnt niet de bedoeling te zijn, De culturele programmering moet ten allen tijde voorop staan. Zo wordt cultureel ondernemerschap verder ingeperkt. Een andere tegenstrijdigheid is dat RRKC publieksbereik en publieksontwikkeling van het grootste belang vindt, maar kleinere culturele instellingen die budget vragen om daar meer aan te kunnen doen, niet tegemoet komt.

Het is sowieso opvallend dat de RRKC als zelfstandig adviesorgaan behoorlijk kritisch is over de cultuursector in Rotterdam, en dat het Utrechtse oordeel veel milder is.

Dus?

Werkgelegenheid blijft verdwijnen, de steden knijpen instellingen nog verder af en echt werkgelegenheidsbeleid is niet op korte termijn te verwachten.