13 april 2016
The Art of Impact houdt eind 2016 op te bestaan, over 8 maanden al. Het tweejarig programma van €7 miljoen subsidieert kunstprojecten met maatschappelijke impact in twee rondes. Bij de eerste ronde waren er 428 aanvragen en werden er 36 projecten gehonoreerd, bij de tweede ronde kregen 50 van de 290 aanvragen geld. En er is een intendant die zelf projecten mag uitkiezen. Hoeveel? Dat is op de site niet te vinden, maar het streven was 40. In totaal dus zo’n 120 projecten.
Dat is veel en je mag er dan ook van uitgaan dat dit een enorme impuls geeft aan het stimuleren van kunst met maatschappelijke impact. Dat de projecten uitgebreid begeleid worden en dat we hier met z’n allen heel veel van gaan leren. Er wordt ook onderzoek gedaan onder de projecten. Op de Art-of-Impact-site zelf is daarover niets te vinden. Het onderzoek wordt blijkbaar uitgevoerd door de Kwinkgroep die dat zelf wel op de eigen site meldt. Wat het onderzoek behelst, wordt echter nergens aangegeven.
Wat blijft er straks meer over dan 120 projecten die een eenmalige impuls hebben gekregen en een onderzoeksrapport met ongetwijfeld interessante antwoorden van de projecten op nuttige vragen? Wat wordt de impact van The Art of Impact?
Pas verscheen een artikel bij De Correspondent over het begrip impact, waar ook The Art of Impact enkele keren genoemd werd. Dat artikel concludeerde nogal gemakzuchtig dat het begrip impact op zoveel verschillende manieren gebruikt wordt dat het amper nog iets betekent. Ontslaat je dat van de dure plicht om na te denken over wat je impact is? Lijkt me niet, zeker als je het woord impact in je titel voert.
Daarom hier drie vragen over de impact van The Art of Impact
De eerste vraag is wat de 6 kunstfondsen (Mondriaan, Fonds Podiumkunsten, Fonds Cultuurparticipatie, Filmfonds, Letterenfonds, Stimuleringsfonds Creatieve Industrie) gaan doen in 2017 als The Art of Impact is beëindigd. Is het voor hen nu volstrekt vanzelfsprekend dat ze kunstprojecten met maatschappelijke impact gaan honoreren? Veranderen zij hun criteria? Stemmen zij het verlenen van steun aan dergelijke projecten voortaan op elkaar af? Of zien ze het toch als een tijdelijk speeltje van minister Bussemaker en gaan ze ieder weer voort op hun eigen weg?
De tweede vraag is of het programma zich verantwoordelijk voelt voor de geselecteerde projecten na deze eenmalige steunverlening. Of wordt The Art of Impact het zoveelste voorbeeld van de ‘projectencarrousel’ waarin interessante projecten eenmalig een geldelijke injectie krijgen en het daarna weer zelf uit mogen zoeken? In het Verenigd Koninkrijk beginnen fondsen hiervan terug te komen omdat veel veelbelovende initiatieven een vroegtijdige dood sterven door het voortdurend opnieuw moeten doen van aanvragen en voldoen aan criteria als vernieuwend, enz. Ook in de Nederlandse fondsenwereld wordt hierover gediscussieerd.
Je zou zelfs kunnen zeggen dat geld geven aan zo’n 120 projecten bijna misdadig is. Natuurlijk is het leuk om zo’n enorme diversiteit aan projecten te ondersteunen, maar hoeveel daarvan zijn werkelijk langdurig levensvatbaar en hebben meer impact dan de tijdsduur van het project? Gaat The Art of Impact een aantal levensvatbare projecten selecteren en ervoor zorgen dat zij ondersteund worden in hun verdere ontwikkeling met advies en financiering? Of hebben we straks 120 losse flodders gehad?
De derde vraag is wat het onderzoek meer gaat opleveren dan anekdotisch bewijs van het nut van het programma. Een half jaar geleden stelde ik die vraag ook, maar daarop kwam geen antwoord. In ieder geval zou het onderzoek antwoord kunnen geven op de volgende vragen:
- Wat wordt beoogd met de ondersteunde projecten?
- Op welke manier gingen de kunstenaars aan het werk? (Tabo Goudswaard, de intendant, heeft een mooi verhaal over de verschillende manieren waarop kunstenaars werken, wordt die indeling ook daadwerkelijk gebruikt?)
- Wat zijn de resultaten? En wat het vooruitzicht op effect voor de maatschappelijke kant van het project? Welke theory of change is gehanteerd?
- Wat zijn de lessons learned, wat werkt wel, wat niet?
- Hoe kan impact beter bereikt, onderzocht en beschreven worden n.a.v. de ervaringen met al deze projecten?
- Wat kunnen we leren om in het vervolg dergelijke projecten beter op te zetten c.q. meer impact te laten hebben?
Het is dus echt niet zo moeilijk om verschillende relevante aspecten van impact te benoemen:
- Wat is de impact van het programma voor de uitvoerende fondsen? Welke lessen trekken zij hieruit?
- Wat is de impact van het programma voor de deelnemende projecten? Wat betekent het voor hun voortbestaan?
- Hoe kun je de maatschappelijke impact van de projecten zelf onderzoeken en laten zien? Wat valt daarvan te leren voor toekomstige projecten?
En dan is het nog de vraag wat het programma The Art of Impact anders doet dan de vele initiatieven van kunstenaars die hun artisticiteit, hun vaardigheden, hun artistiek proces en resultaten al jaren inzetten in de samenleving. Laten de keuzes van The art of Impact andere mogelijkheden zien voor kunst met maatschappelijke waarde dan er al waren? Of leggen ze er alleen een vergrootglas op? Of zorgt The Art of Impact ervoor dat de veel te absolute scheiding – die nog steeds gemaakt wordt – tussen ‘autonome’ en ‘maatschappelijke’ kunst eindelijk opgeheven wordt, met name in de kunstwereld zelf? Als dat zo is, heeft het programma in ieder geval daar impact gehad.