13 november 2016
Trump for president. Wie had dat gedacht. Toch wel meer mensen dan je denkt. De tweedeling in de USA is sterker dan we wilden erkennen. Alie Hochschild schreef er een prachtig boek over: Strangers in their own land. Een tweedeling tussen hoog en laagopgeleid, tussen haves and have-nots, tussen hen die baat hebben bij globalisering en hen die eronder lijden. Tussen hen die voortdurend in onzekerheid leven over hun toekomst en hen die het goed zal gaan. Zij die mee kunnen komen met alle veranderingen en zij die zich gepasseerd voelen in eigen land.
En dan nu de parallel met de kunstwereld. Die bestaat toch vooral uit mensen die links geneigd zijn, die kosmopolitisch zijn ingesteld, die op zijn minst lippendienst bewijzen aan feminisme en anti-racisme en die voor gelijke rechten voor LGHBT-mensen zijn. Die (vrijwel) allemaal in de bubble leefden dat deze leugenachtige, ongecontroleerde, antifeministische, racistische Trump nooit zou kunnen (en mogen) winnen. Mensen die weinig contact hebben met de andere helft, met de Wilders-stemmers bijvoorbeeld. De mensen die zich gepasseerd voelen in eigen land.
Je ziet dat velen in de kunstwereld terugverlangen naar de tijd dat de elite (de Bolkestein’s, van Mierlo’s en Kok’s) de kunsten als vanzelf beschermde, die ervan uitgaan dat de bezuinigingen op de kunsten gerepareerd dienen te worden en dat dan de wereld weer (zo ongeveer) hetzelfde wordt als voorheen. Zoals de manier waarop acteur Gijs van Scholten van Asschat van Mierlo herdacht.
Die tijd is voorbij. De huidige elite kan en wil de kunsten niet meer op die manier beschermen. Het populisme is daarvoor te sterk geworden. En de kunstwereld staat daarvoor te ver weg van de rest van het volk.
Wat kan de kunstwereld doen om die kloof te overbruggen? Daar zou het over moeten gaan in het debat. Dan is het wel noodzakelijk, maar bij lange na niet genoeg om deze maatschappelijke thema’s aan te snijden in de schouwburgen van dit land. Want daar komen de gepasseerden niet. Natuurlijk, de klassiekers blijven nodig, het experiment blijft nodig. Maar daarnaast hebben we een veel bredere beweging nodig dan nu die de speelplekken van nu verlaat en de wijken intrekt. Die begint met luisteren naar het waarom van de (politieke) keuzes van de gepasseerden en de discussie aangaat door middel van kunst. Niet door iedereen het kosmopolitische standpunt voor te houden, maar door uit te gaan van hun vragen en gevoelens. Het wordt tijd dat kunst weer de straat opgaat, niet om reparatiesubsidies te vragen, maar om het leven van de gepasseerden te verrijken.
Er zijn al heel wat kunstenaars die dat doen, op alle mogelijke manieren, maar tot nu zijn het druppels op een gloeiende plaat. Het grootste deel van de kunstwereld doet er niet aan mee. En dat zal toch moeten. Het is het enige echte antwoord vanuit de kunstwereld op Trump.