Mijn vorige Nieuwsbrief is al weer veel te lang geleden en sommige lezers vroegen zich af of er nog wel een nieuwe kwam. Ja dus, als een goed begin van 2024.
Deze Nieuwsbrief begint met een kort overzicht van mijn werkzaamheden de afgelopen tijd zodat je ook begrijpt waar mijn meningen en inzichten vandaan komen. En uiteraard is de inhoud daarvan volledig voor eigen rekening. Mijn werk concentreert zich vooral op twee onderwerpen: de maatschappelijke waarde van kunst en cultuur (en het gebrek aan daadwerkelijke erkenning daarvoor in cultuurbeleid) en de arbeidsomstandigheden in de sector (en het beperkte perspectief op oorzaken en oplossingen door niet te kijken naar wat er elders gebeurt).
EU werkgroep Arbeidsomstandigheden
Erg leerzaam was mijn deelname aan een Europese werkgroep van (experts uit) lidstaten om een rapport te schrijven over de arbeidsomstandigheden in de culturele en creatieve sector. De leden van zo’n werkgroep (in EU-jargon OMC-working groep, Open Method of Coordination, omdat de EU geen jurisdictie heeft op het onderwerp cultuur) bestaan vooral uit beleidsambtenaren van cultuurministeries en enkele experts van buiten. Ik was er een van die laatste categorie, namens Platform ACCT, samen met mensen van OCW en SZW.
Het was een twee jaar durend traject, wat moeizaam begon in Coronatijd met online vergaderingen, en pas echt op gang kwam toen we fysiek bij elkaar kwamen in een van de Brusselse vergaderbunkers. De reis ging vervolgens langs Wenen, Cyprus en Praag totdat we op 6 juli 2023 het eindrapport presenteerden met een flink aantal behartenswaardige aanbevelingen. Leerzaam was vooral het inzicht in alle variaties van arbeidsomstandigheden- en sociale zekerheidsbeleid uit de verschillende EU-landen. Een belangrijke les: hoe we dit in Nederland vormgeven, is bepaald niet vanzelfsprekend. Daarover straks meer.
Tijdens deze reis door Europa kwam ik op het idee van een online platform over de arbeidsomstandigheden, juist omdat deze landen zo verschillend zijn, maar er geen plek is om ze te vergelijken. Een rapport raakt makkelijk in de vergetelheid, maar een levendig platform verhoogt de kans om dit onderwerp op de agenda te houden. De werkgroep zag dit ook wel zitten en dankzij stevig lobbywerk van enkele leden uit die groep, eindigde het idee voor dit platform ook in het Werkplan voor Cultuur 2023-2026 van alle EU-landen. Gelukkig werk ik ook in een ander Europees project, CreativeFLIP, en wisten we daar budget vrij te maken om dit platform ook daadwerkelijk te ontwikkelen. 15 November 2023 is This is how we work gepresenteerd in Brussels als onderdeel van Creatives Unite. Je kunt hier op onderwerpen als sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden meerdere landen met elkaar vergelijken. En in de toekomst moet dit platform nog veel meer onderwerpen en diepgaandere informatie gaan bevatten.
Volkskrant en NRC
Op 3 maart 2023 stond er een opinie-artikel in de Volkskrant van mij en een zeer goede vriend, Henk Krijnen. Kernpunt van ons betoog: steeds meer kunstenaars zijn maatschappelijk actief en hun creativiteit is zeer gewenst en gewaardeerd. Maar niet in het cultuurbeleid, de inzet hierop en (financiële) steun is zeer beperkt en volledig gescheiden van het ‘gewone’ cultuurbeleid. Voorafgaand aan dit artikel hadden we vier leuke en geanimeerde brainstormbijeenkomsten georganiseerd met een aantal mensen uit de sector om onze ideeën te toetsen en aan te vullen.
En ik blijf vinden dat het cultuurbeleid, zeker landelijk, in gebreke blijft op dit punt. Er zijn wat initiatieven, zoals PONT, en sommige rijksfondsen zijn actief op het gebied van bijvoorbeeld zorg en welzijn, maar verder blijft alles zoals het was.
De kern van dat betoog benadrukten we nog eens op een andere manier in ons nieuwe opinieartikel in de NRC van 4 januari 2024 over de reactie van de cultuursector op de verkiezingsuitslag. Het onmachtige appèl vanuit de sector dat cultuur verbindt, heeft blijkbaar niet gewerkt en zal op deze manier ook niet gaan werken. Want, als de sector zo verbindend is, hoe komt het dat de sector bovenaan de lijstjes staat om te bezuinigen van de meerderheid van de bevolking? Waarom zien mensen die allemaal de vruchten plukken van wat kunstenaars en creatieven maken, niet het verband tussen wat zij consumeren en meemaken en wat er in de sector gebeurt? Hoe komt het dat de sector een elitaire indruk blijft maken? De cultuursector moet echt veel beter reflecteren op het eigen functioneren en er is een drastische omslag nodig in beleid.
Kunst en zorg
Half februari is de publicatie van een whitepaper Arts in Health, met als doel om kunst in de zorg veel beter te verankeren dan tot nu toe het geval is. Een flinke groep mensen uit de zorg en kunst en cultuur heeft hieraan meegewerkt (ik heb een keer meegepraat en commentaar geleverd op eerdere versies van de tekst). Het is in ieder geval een mijlpaal in de ontwikkeling van kunst in de zorg.
Impulsgelden Brabant
Ik ben jaren lang lid geweest van de adviescommissie Impulsgelden Brabant. Met het nieuwe Brabantse provinciale college is de regeling per 2024 opgeheven en is het nog niet duidelijk of en wat er voor in de plaats komt. Ik vind het een geweldige regeling omdat niet de nadruk ligt op artistieke ontwikkeling, maar op de ontwikkeling van de beroepspraktijk van kunstenaars en van instellingen. En er kwamen steeds meer aanvragen waarin werd samengewerkt met welzijn, zorg, landbouw, stedelijke ontwikkeling, etc.. Het goede aan de regeling was dat aanvragers op gesprek kwamen, waardoor je een veel beter inzicht kreeg in de sterktes en zwaktes van de aanvrager(s) en de plannen. De samenstelling van de commissie veranderde geregeld en dat zorgde voor goede discussies vanuit verschillende invalshoeken.
Arbeidsomstandigheden: Nederland is een rare uitzondering in Europa als je in de cultuursector werkt
Nederland heeft het hoogste percentage zelfstandigen in de culturele sector van heel Europa, volgens gegevens van Eurostat (de CBS van Europa), zo’n 47%. Dat is heel veel meer dan in bijvoorbeeld België (28%), Duitsland (27%) of Frankrijk (32%). En Nederland heeft het hoogste percentage werknemers in de cultuursector zonder een vast contract (27%), in België en Duitsland is dat 15%, in Frankrijk ongeveer 23%. Deze cijfers komen uit een recent onderzoek (november 2023) voor het Europees parlement.
Laat dat even bezinken: bijna driekwart (47 plus 27) van de werkenden in de cultuursector in Nederland heeft geen inkomenszekerheid als het om werk gaat, verreweg het hoogste percentage van heel Europa. Hoe kan dat? Naar mijn idee zijn daar drie redenen voor:
- Het is veel te gemakkelijk om een zelfstandige in te huren: je zet twee alinea’s op papier, ondertekent die allebei en je bent klaar. Als je dat vergelijkt met het (ook tijdelijk) in dienst nemen van iemand is dat belachelijk eenvoudig. En het is super eenvoudig om zelfstandige te worden: inschrijven bij de Kamer van Koophandel en je bent klaar.
- Het is veel te goedkoop om een zelfstandige in te huren, alle risico’s voor iemands werk en gezondheid (ziekte, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid) worden verschoven naar de zelfstandige, die moet overal voor zorgen.
- Kunstenaars en andere werkenden is aangepraat dat het werken als zelfstandige de enige en beste manier is om je zelf te organiseren.
En uiteindelijk zijn de zelfstandigen en flexibel werkenden de dupe: zij verdienen veel minder dan hun werk waard is, opdrachtgevers en werkgevers profiteren van te goedkope arbeidskrachten en omdat de sector met alle bijbehorende subsectoren maar een klein wereldje is, hebben tot nu toe de meesten niet al te hard geprotesteerd want je kunt zo je werk kwijt raken. Zie bijvoorbeeld dit interview met Dorine Schoon op CreativesUnite. En dan heb je nog de mensen met dubbelrollen: diegenen die, ingehuurd als zelfstandige, parttime werken bij bijvoorbeeld een klein theatergezelschap en daar acteurs inhuren die ook zelfstandige zijn.
Toch is het raar dat nooit iemand op het idee is gekomen om deze manier van werken in Nederland goed te vergelijken met andere landen. Blijkbaar is het daar minder vanzelfsprekend om met zelfstandigen en flexibele contracten te werken, maar hoe dan? Wat zijn daar de regels? Ik weet het niet. En waar zijn de onderzoekers die dit uitzoeken? Ik ken ze niet.
Nu gebeurt er best veel in Nederland op het gebied van Fair Pay. Op FairPACCT vind je instrumenten voor meerdere sectoren, zoals popmuziek, archeologie, cultuureducatie en freelance klassieke musici, om aan een eerlijkere betaling te werken. En in andere sectoren wordt hieraan nog gewerkt. In enkele CAO’s is een vaste opslag (40 of 50%) afgesproken voor het inhuren van zelfstandigen die hetzelfde werk doen als vaste krachten. Het onderschrijven van de Fair Practice Code bij subsidieaanvragen is steeds vaker verplicht. Ook al is in veel gevallen niet duidelijk wat daarvan de gevolgen zijn voor de begroting: evenveel blijven produceren en minder blijven betalen, maar in naam Fair Pay onderschrijven? Of minder mensen inhuren, beter betalen, minder productie en afwachten of het budget het houdt?
Vanuit OCW wordt voor de BIS en de rijkscultuurfondsen stevig bijgedragen aan een FairPay compensatie, tegelijk zie je ook de weerstand vanuit instellingen/werkgevers toenemen tegen de daadwerkelijke consequenties van FairPay. De inkomenskloof is het grootst bij de kleinere instellingen die voornamelijk met zelfstandigen werken.
Nu de landelijke discussie over verschillende arbeidsvormen en daarbinnen de rol van ZZP’ers steeds meer vorm krijgt, wordt het ook tijd voor meer diepgang in de gesprekken over de verschillende arbeidsvormen in de cultuursector. Waarom nog steeds die nadruk op zzp-schap terwijl die in andere landen een veel kleinere rol speelt? Wordt het niet tijd dat (tijdelijke) arbeidscontracten de norm worden zodat mensen rechten opbouwen voor sociale zekerheid? Is dat niet net zo belangrijk als betere betaling?
Of is het ook andersom: hebben we hier zo’n versnipperd cultuurlandschap met heel veel kleine instellingen juist omdat het zo makkelijk is om met zzp’ers te werken en als zzp’er aan de slag te gaan? Klein, wendbaar maar o zo kwetsbaar? En wordt op de kunstvakopleidingen niet veel te vaak en te makkelijk gezegd: je wordt later toch zzp’er, en daarmee de basis gelegd voor nog meer versnippering?
Zou FairPractice niet net zo hard moeten gaan over arbeidsomstandigheden (contractsvormen en sociale zekerheid) waarin niet alles wordt afgewenteld op zelfstandigen?
Tot de volgende keer!
En als je me ergens bij kunt gebruiken: joost@valuesofculture.eu. En stuur deze Nieuwsbrief door….
Joost Heinsius